De Grootste Eizernaar

De Grootste Eizernaar


Tijdens het Cultuur-in-je-buurt-jaar 2010 werd in Eizer de Grootste Eizernaar verkozen.  Eigenlijk ging het om de verkiezing van de populairste Eizernaar.  De enige voorwaarde om genomineerd te kunnen worden, was dat men dood moest zijn.  Uit alle genomineerden koos de Dorpsraad 5 laureaten.  Zij werden op 25 april, de Erfgoeddag, tijdens een druk bijgewoond evenement in De Fraat verdedigd door 5 "advocaten".  De aanwezigen mochten toen op hun favoriete Eizernaar stemmen.

Vooraf had de Eizerse kunstenares Patricia Broothaers in een workshop de Chirokinderen opdracht gegeven om van de 5 genomineerden een kunstwerk te maken in de stijl van een bekende kunstenaar.  Deze kunstwerken werden tijdens de nieuwjaarsreceptie van 2011 publiek geveild.  De opbrengst, €884, werd geschonken aan een goed doel. 

Susken Tast (1818 - 1904)

1854 voor Eizer een houten beeld van Gerieke Moef, dat burgemeester Vandevelde prompt liet in beslag nemen.  Eveneens bekend is dat hij ooit een ronddraaiende constructie, “het rad van Bonaventur”, in elkaar getimmerd heeft, waarop twee poppen

tegen over elkaar zaten: het werd een Eizerse attractie. En bij zijn huis in de IJzerstraat bouwde hij een houten dansvloer in een notelaar, waarop tijdens Eizerkermis gedanst kon worden. Vanuit de omliggende dorpen kwamen danslustige koppels in grote getale naar Eizer voor “het bal in de notelaar”.

Hij werd gedecoreerd door baron de Peuthy van Huldenberg nadat hij een waterputgraver van een gewisse dood had gered. In 1874 was hij één van de oprichters van de fanfare Sint- Rochus.

Susken Tast werd verdedigd op 25 april 2010 door achterkleindochter Andrea Tastenhoye.


Pastoor Ratinckx (1854-1918)

In 1882 werd Ratinckx aangesteld als pastoor van Eizer. Hij begon kort daarna met de bouw van de pastorij. In die tijd werd er in Eizer nog mis gelezen in een oude schuur. Ratinckx blies de oude plannen voor de bouw van een kerk nieuw leven in. Hij begon een geldinzameling bij zijn familie, parochianen en de gegoede klasse uit de omgeving met de inwijding van de nieuwe kerk in 1893 tot gevolg.

Hij liet in 1906 een school- en kloostergebouw bouwen en stichtte het Sint-Jozefsinstituut met de zusters van de Voorzienigheid uit Tervuren.

Pastoor Ratinckx richtte eveneens in Eizer een kleine melkerij op en een vuurmolen, een door stoom aangedreven graanmolen, waar de boeren tegen een schappelijke prijs

hun graan konden laten malen. De vuurmolen leverde eveneens energie voor de ernaast gelegen zagerij.

Pastoor Ratinckx werd verdedigd op 25 april 2010 door Guy Charlier.


Feike Wit (1859 - 1937)

Felix Charlier, in Eizer beter gekend als “Feike Wit”, is de grondlegger van de perzikteelt onder glas. Net als Felix Sohie, die in 1865 in Hoeilaart begonnen was met druiventeelt, had hij in de tuinbouwschool van Vilvoorde kennis opgedaan van teeltmethodes onder glas. In 1895 bouwde hij 2 serres op den “Deksenhoek” voor de perzikteelt. Met de opbrengst werden ieder jaar één of meerdere bijkomende serres

gebouwd. In 1904 werd er ook een villa gebouwd. De teelt van perziken was erg winstgevend, de serres en villa waren dus vlug afbetaald.

In 1926 stonden er op het bedrijf van Feike al meer dan 100 serres. Verscheidene Eizernaren volgden het voorbeeld van Feike en begonnen met de lucratieve perzikteelt.

Op het hoogtepunt van de perzikteelt groeiden er in Eizer wel 25 verschillende

soorten perziken.

Feike Wit werd verdedigd op 25 april 2010 door achterkleinzoon Edmond Charlier.


Prins van Schoen (1897 – 1970)

Een zeer verdienstelijk spelend lid van de K.H. Eendracht Maakt Macht en graag geziene, haast legendarische figuur was Albert Dewilder, beter gekend als Prins van Schoen. Prins kon naast zingen, muziek en toneel spelen ook goed vertellen. Hij vertelde over zelfbeleefde avonturen in Parijs en spannende verhalen over de bezetting waarbij de toehoorders met bewondering en verstomming luisterden.

Wanneer een muzikant begraven werd, was het Prins die ‘den discours’ hield. Zijn ‘discours’ was het onderwerp van de gesprekken in de dorpscafés die na de begrafenis

volliepen.

Hij bewees zijn dorpsgenoten ontelbare diensten tijdens en na de oorlogen. Maar vooral plezier maken kon hij als de beste. De nachturen na de repetities waren de plaats voor geanimeerd kaartspel.

Prins van Schoen werd verdedigd op 25 april 2010 door Carla Timmermans.


Zuster Stefanie (1913-2004)

Anna Van den Bruel, alias Zuster Stefanie, werd in 1913 in Boisschot geboren.  In 1932 trad ze in het klooster bij de zusters van de voorzienigheid in Diest. In 1956 ging ze aan de slag in het Sint-Jozefsinstituut in Eizer. Zij was er meer dan 30 jaar kleuterleidster. Ze heeft vele kinderhandjes vaardig gemaakt, ontelbare

kindertranen moeten drogen en vele malen haar medaille tegen een voorhoofdje moeten houden om een zwellende buil te onderdrukken.

Ooit heeft ze een kind dat in de kloostervijver gesukkeld was van de verdrinkingsdood gered.

Na haar pensionering was ze 26 jaar lang de bezielende kracht van de Eizerse afdeling van Ziekenzorg en van de Bond der Gepensioneerden, die ze mee heeft helpen oprichten.

In 1998 werd ze teruggeroepen naar het moederhuis van de congregatie in Diest, maar de Eizernaren gingen haar daar nog vaak afhalen om deel te nemen aan Eizerse festiviteiten.

Zuster Stefanie werd verdedigd op 25 april 2010 door Lode Stouffs.

Enkele videofragmenten van de pleidooien op 25 april 2010



Susken Tast had de meeste supporters en werd verkozen tot Grootste Eizernaar

Zuster Stefanie in stijl van Ensor

Prins van Schoen in stijl van Toulouse-Lautrec

Feike Wit in stijl van Van Gogh

Kunstwerk "Pastoor Ratinckx in stijl van Rubens" wordt geveild tijdens Nieuwjaarsreceptie van 2011.

Susken Tast in stijl van Picasso