“IJzer” schrijven de ambtenaren van Tervuren. “Eizer” schrijft de administratie van Overijse. En daarmee raken we een essentiële karakteristiek van dit dorp dat te paard zit op twee gemeenten. Deze twee-eenheid weerspiegelt zich in de dorpskrant “eizerWijzer”, die gratis verdeeld wordt in beide dorpsdelen, en wiens naam de beide dorpshelften bevat. Het zal de meeste inwoners echter worst wezen of ze nu tot deze of gene horen. Ze zijn in de eerste plaats Eizernaars.
De talrijke verenigingen die het dorp rijk is, ronselen hun leden dan ook aan beide zijden van de grens, die kriskras door de “proche” loopt. Onder die verenigingen moeten zeker de twee muziekmaatschappijen vermeld worden, officieel een fanfare en een harmonie, die elkaar sinds vele jaren de loef trachten af te steken en mogelijk daardoor elk blijven rekenen op een grote schare muzikanten en sympathisanten terwijl in de omliggende dorpen verschillende muziekmaatschappijen worstelen met een dalend ledental of zelfs zijn opgehouden te bestaan.
De Eizernaars houden van tradities en op de dag van de zomerkermis trekt de processie na de hoogmis nog door te straten. Maar evenzeer omarmen ze nieuwe initiatieven in het bruisende gemeenschapsleven. Sinds enkele jaren wordt er in klaarlichte dag op de tafels gedanst tijdens de nieuwjaarsreceptie waarop elke ingezetene van Hoog en Laag-Eizer uitgenodigd wordt. Waar anders vind men zoiets? De Eizernaars vergelijken hun dorp dan ook terecht met dat van Asterix, dat moedig weerstand bleef bieden aan de overweldigers.